Besmettingen van mens op mens zijn mogelijk, maar minder waarschijnlijk (een goede handhygiëne kan bijvoorbeeld al veel helpen). Meestal gebeurt besmetting via de voeding.
De STEC-bacterie huist van nature in de ingewanden van runderen, geiten of schapen. Besmetting kan gebeuren via bijvoorbeeld rauw vlees, of producten waarbij rauwe melk is gebruikt zoals bepaalde kazen. Of het kan via groenten of fruit die besmet zijn geraakt tijdens bemesting of bewatering.
Voor alle duidelijkheid: het gaat hier dus om een bacterie, en niet om een virus. Virussen kunnen doorgaans (veel) makkelijker van mens op mens worden doorgegeven, zoals dat voor corona of griep het geval is. Daar kan het virus via de lucht worden overgedragen, bijvoorbeeld bij praten of hoesten.
Als er een uitbraak in bijvoorbeeld rusthuizen is, zal moeten worden gezocht naar de bron van besmetting. Dat kan onder meer via analyse van zogenoemde ‘getuigenschotels’, verplichte reserveschotels met stalen van de opgediende schotels die 72 uur worden bewaard voor eventuele verdere analyse.