Je doorloopt ontzettend veel stappen als je praat. Je selecteert de woorden met de juiste betekenis uit je ‘mentale’ woordenboek. Je moet ook de uitspraakregels respecteren en woorden juist vervoegen of verbuigen. Bovendien moet je de klanken ook in de juiste volgorde in je mond vormen. Dat zijn veel stappen waar het mis kan gaan. Maar het kan iedereen overkomen.
Je verspreekt je omdat je je vergist. Omdat je de klanken of de vorm van een woord of net de betekenis ervan met die van een ander woord verwisselt. Het gebeurt dat je de vergissing maakt binnen hetzelfde woord, of dat je verschillende woorden met elkaar omwisselt.
Een veelvoorkomende verspreking is een malapropisme. Je verwisselt een woord met iets wat erop lijkt. Vaak met een grappig effect. Bijvoorbeeld: ‘de verenigde soldaten’, in plaats van ‘de Verenigde Staten’. Of een ‘staande ovulatie’, in plaats van een ‘staande ovatie’.
De Freudiaanse verspreking is een andere veelvoorkomende vorm. Je haalt woorden door elkaar, maar anderen gaan er ook iets achter gaan zoeken. Bij een Freudiaanse verspreking zou het foute woord uit je onderbewustzijn komen, al moet je dat niet al te letterlijk nemen. Maar je lijkt luidop te zeggen wat je echt denkt. Bijvoorbeeld wanneer je je lief aanspreekt met de naam van je ex. Of wanneer je het hebt over ‘dienstenseks’ maar ‘dienstencheques’ bedoelt.
En wat dan met de ‘oorvliestrommel’ van Bart De Wever? Hier gebeurt de verwarring binnen hetzelfde woord. Je wisselt klanken of lettergrepen om. ‘Mijn jeus neukt’ wordt zo een absurde en grappig vorm van ‘mijn neus jeukt’. Of iets hangt ‘een scheetje beef’, terwijl het ‘een beetje scheef’ hangt.
Zo’n verwarring binnen hetzelfde woord wordt een spoonerisme genoemd. Het verschijnsel is vernoemd naar de Engelse dominee en wetenschapper William Archibald Spooner, die overleed in 1930. Volgens de overlevering zei hij bijvoorbeeld ooit ‘The Lord is a shoving leopard’, oftewel ‘De Heer is een duwende luipaard’. Terwijl hij wilde zeggen: ‘The Lord is a loving shepherd’, ‘De Heer is een liefhebbende herder’.